Brahms en Dvořák
In de vroege jaren van zijn carrière worstelde de Tsjechische componist Antonin Dvořák in de armoede, en buiten Praag was hij een nobele onbekende. Maar tussen 1874 en 1877 veranderde dit drastisch toen hij tweemaal de Oostenrijkse Staatsprijs won.
Naast het prijzengeld trok deze erkenning de aandacht van niemand minder dan Johannes Brahms, die snel actie ondernam door een brief naar Dvořáks uitgever te sturen en zijn werk aan te bevelen voor publicatie. Dit markeerde niet alleen Dvořáks doorbraak buiten Praag, maar ook buiten het Habsburgse rijk, waar Bohemen toen deel van uitmaakte.
De uitgever was zo onder de indruk van Dvořáks talent dat ze hem vroegen om stukken te schrijven, vergelijkbaar met Brahms’ eigen succesvolle Hongaarse Dansen. Dvořák ging aan de slag en creëerde de Moravische Duetten, een verzameling van 23 Moravische volksliederen die tussen 1875 en 1881 in drie delen werden gepubliceerd.
Tot aan zijn overlijden in 1897 bleef Brahms Dvořák steunen, van het doorlezen van proefdrukken tot het promoten van zijn nieuwste werken. Ondanks zeldzame ontmoetingen groeide hun wederzijdse bewondering uit tot een sterke vriendschap. Tegen het einde van zijn leven bood Brahms zelfs aan Dvořák naar Wenen te verhuizen, maar Dvořák weigerde vanwege zijn band met zijn vaderland en de anti-Tsjechische sfeer in Wenen.
Desalniettemin reisde Dvořák naar Wenen toen Brahms op zijn sterfbed lag en woonde hij diens begrafenis bij. Zelfs na Brahms’ dood erkende Dvořák de onschatbare rol die zijn vriend speelde in zijn carrière. Op zijn laatste dirigentconcert in april 1900 eert Dvořák zijn vriend door werken van Brahms uit te voeren.
Meer over Brahms en Dvořák kan je lezen in het deel Grootmeesters van de Klassieke Muziek op www.klassiekindekapel.be